Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet bodembescherming

 

Artikel 38
1
Degene die de bodem saneert, voert de sanering zodanig uit dat:
a
de bodem ten minste geschikt wordt gemaakt voor de functie die hij na de sanering krijgt waarbij het risico voor mens, plant of dier als gevolg van blootstelling aan de verontreiniging zoveel mogelijk wordt beperkt;
b
het risico van de verspreiding van verontreinigende stoffen zoveel mogelijk wordt beperkt;
c
de noodzaak tot het nemen van maatregelen en beperkingen in het gebruik van de bodem als bedoeld in artikel 39d zoveel mogelijk wordt beperkt.
2
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen met betrekking tot het bepaalde in het eerste lid nadere regels worden gesteld, met dien verstande dat deze regels, indien zij van toepassing zijn op de bodem onder oppervlaktewater als bedoeld in de artikelen 63a en 63d, voor wat betreft het eerste lid, onder a, betrekking kunnen hebben op de functie van het watersysteem na de sanering. Bij de regels voor de bodem onder oppervlaktewater wordt in ieder geval rekening gehouden met de gevolgen van de sanering voor het watersysteem en de effecten die de dynamiek van dat watersysteem kan hebben op het resultaat van de sanering.
3
Indien het belang van de bescherming van de bodem zich daartegen niet verzet, kunnen gedeputeerde staten op verzoek van degene die de bodem saneert, bepalen dat de sanering in fasen wordt uitgevoerd. Zij geven daarbij aan:
a
voor de uitvoering van welke fasen vooraf een melding aan hen wordt gedaan en welke gegevens daarbij worden overgelegd;
b
in welke fase welke tijdelijke beveiligingsmaatregelen dienen te worden getroffen;
c
op welke wijze en op welke tijdstippen aan hen verslag wordt gedaan van de uitvoering van de tijdelijke beveiligingsmaatregelen en
d
welke wijzigingen van het gebruik van de bodem aan hen dienen te worden gemeld.
4
Naar aanleiding van een melding als bedoeld in het derde lid, onder a of d, of een verslag als bedoeld in het derde lid, onder c, kunnen gedeputeerde staten aanwijzingen geven omtrent de verdere uitvoering van de sanering, die een wijziging inhouden van onderdelen van het saneringsplan waarmee reeds is ingestemd.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •